Er was in dat jaar een ommekeer in de oorlog...
Iedereen voelde het steeds harder aan: ingekrompen rantsoenen, nauwelijks steenkolen, razzia's en controles, minder werkgelegenheid en vervoer, verplichte verduistering, nachtwacht en taptoe. Er was de verplichte tewerkstelling , onregelmatige lesuren: studenten met verplicht vakantiewerk (o.a. mijnwerk, enz.).
Moedige jongens die 's morgens zéér vroeg , tijdens de speruren, via allerlei binnenwegeltjes in de donkere uren met hun rantsoentje en kapetulie naar het station van Lille slopen in de hoop toch de vroegtrein naar Hasselt (College) te halen. Wat lag Achel zover af ....
En toch kroop het leven verder. Men raakte eraan gewend. Zelfs in die mate dat enkele K.S.A.-ers hun intieme belofte, gemaakt bij het slagen in hun examens, toch wilden nakomen.
" We gaan te voet naar Scherpenheuvel ". Voorwaar een Roomse reis in die dagen.
Augustus 1942: ze zouden het erop wagen: in korte broek met stevige ' klippel' en een soort rugzak trokken ze op weg, zodra de taptoe vrij was, zonder landkaart over allerlei wegen en wegeltjes. Twee à drie dagen was de raming.Langs Overpelt, Lindel, Hechtel en de eindeloze zandweg doorheen de militaire heide naar Leopoldsburg, Heppen, Beringen,Paal. Dan richting Diest: geen rechte geplande tocht met hulp en navragen waar geen wegwijzers meer stonden. Wel zandwegen en kasseien. En warm dat het was. De rugrantsoentjes en 't water van vele beekjes waren welkom. De avond liet zich voelen: de ene al meer moe dan de voorgaande, soms 100 en meer meter achterop.... Strompelend...Waren ze niet meer zo fit, de pijnkijke voeten lieten zich voelen. Geen al te beste schoenen, gestopte kousen: dus de pijnlijke plekken konden niet uitblijven al meende ze zich best sportief en dagelijks gehard.....
Jefke Van Werde was het eerste slachtoffer. Diest of Scherpenheuvel halen leek niet meer doenbaar. Gelukkig had de familie Van Werde een zeer goede kennis: een collega aannemer Liebaert in Schaffen, wonend langs de kasseiweg naar Diest.
Vier jonge afgetobde snaken klopten aan, zoals gebruikelijk achterom het huis. Ik zie het huis nog altijd staan: een rood bakstenen gebouw. God, wat een goede mensen: we mochten niet alleen uitrusten, maar ook ons wassen van al dat zand en zweet. We kregen eten en onze voeten werden verzorgd.
We schrokken toen wij onze schoenen en kousen uitdeden.Maar toen wij de zwelling en waterblaren van Jefke zagen werden we er stil van...
De gastvrouw kende er meer van dan wij. Jefkes blaren werden opengestoken: het water spoot eruit...
Hoe nu verder ?
We sliepen gastvrij op een paljas op de vloer. 's Morgens toch weer voorzichtig op weg met wat extra proviand voor onderweg. We moesten Scherpenheuvel halen en op tijd zijn voor de mis.
We gingen in Diest even 'goedag' zeggen in de kapel van de vrome student Sint-Jan Bergmans om dan moedig bergop te stappen naar de basiliek, die traag dichterbij kwam. Moedig haalden wij de ingang, zakten op de grond ,lieten ons rugbagage vallen....
Was het devotie... was het de belofte... was het hun gezamenlijke moed ? We strompelden de kerk in zakten op de eerste stoelen.
Een mis ! 't Viel mee, er was niet zoveel volk. Daarna nog driemaal rond het altaar, een offerke op de tapijten binnen de communiebank: devoot aangepreekt door de thuismoeders met allerlei meegekregen intenties. Met moed driemaal rondom de besiliek en de hele kruisweg. Dan gepicknickt, wat rondgelopen langs de 'bron' en de enkele kraampjes.
We dachten eraan terug te gaan om weer die goeie mensen in Paal te ontmoeten...
Tijdens een lange rust ontsponnen zich theologische vragen met uiteenlopende standpunten.... De intentie of belofte "te voet naar Scherpenheuvel"...betekende dat ook "te voet terug ?"Jefke meende van niet..... en alhoewel we veel compassie hadden met zijn voeten mende de meerderheid dat wij onze intenties ten volle dienden te volbrengen en ook tevoet teruggaan.
Neen, het waren geen mannen van 'half werk' in hun leven. Geen van hen deed studies 'rechten' anders was er zeker een mouw aangepast.!
't Was al avond voor we met lood in de schoenen afzakten richting Diest-Paal. Met gebluste moed en twijfel gingen we weer op 'asiel' bij de barmhartige Samaritaan Liebaert in Paal.
Drie dagen hebben ze erover gedaan, langs bekende en soms onbekende wegeltjes richting noorden overtuigd dat het zo moest met een onduidelijke belofte.
Korte stukken lopen, vaak alleen lopend... Wel eens een boerenkar waarop we de rugbagage konden laden: al vond iedereen die tolerantie al niet conform... maar toch. In het ritme van het trage boerenpaard en natuurlijk het hinkende Jefke toch begrijpelijk.
Jongens, nog vaak hebben we aan die terugtocht gedacht. Eigenlijk is de terugweg van drie dagen het stevigst in onze memorie bijgebleven, samen met de overtuiging dat we het toch hebben volbracht. Maar ook behoedzaam voor eventuele verder intenties en beloftes in ons verder leven.
Het thuisfront was inderdaad wel wat ongerust geworden, al hadden ze bij vader Jef Follon wel een telefoon: maar daaraan heeft geen van de vier gedacht....
Toen Achel naderde, ging het nieuws, via haastige passanten al vooruit "daar zijn ze!!!"
Doodmoe... maar steeds voldaan tot in hun diepste in al hun verdere studiejaren en nog langer, hoe beroerd soms ook.
Hoe de thuiskomst was ? Hoe ze eruit zagen als "landlopers".
Ze zijn niet scherp toch maar een zo'n dankbare herinnering aan toen: twee kleine foto's.
De een werd genomen bij het binnenkomen aan de Bergien : Toon Scheepers op kop gevolgd door Frans Stammen, Jef Van Werde en Harrie Follon.De andere is een groepsfoto bij Jef Follon met heel wat jeugd die de vier helden kwam verwelkomen en bewonderen.
Jefke en Harrie hadden hun eerste jaar in Instituut Grammé te Luik achter de rug, Toine Scheepers volgde zijn priesteropleiding in Luik en Frans Stammen deed hogere studies aan het Sint-Ignatius te Antwerpen.
"Zeker weten: zo'n voettocht (of bedevaart) laat in de herinnering zijn sporen na."
Frans Stammen