header

 

Interview met Betje Kwanten in ....1955.

B1947 Gouden bruiloft Mathijs Noten en Betje Kwanten1947 Gouden bruiloft Mathijs Noten en Betje Kwantenetje Kwanten (1872-1966) was de echtgenote van Mathijs Noten (1870-1952).Zij vertelde in 1955- ze was toen 83 jaar -over haar jeugdjaren:1880-1890. In 1947 vierde dit echtpaar zijn gouden bruiloft.

Het doopsel

Wanneer een kindje gedoopt werd gingen er vier vrouwen uit de buurt, alsook peter en meter mee naar de kerk.De vier vrouwen bestelden een tas koffie met een stelletje (gebakje),maar peter en meter betaalde dit.
De familie ging enkele dagen daarna een bezoek brengen aan de moeder en het kindje.Ze namen dan iets mee, vooral etenswaren,koffie...De mensen noemden dit "Met den kromme arm gaan" : een wissen korf, in de gebogen arm , gevuld met allerlei versnaperingen. De volwassenen werden getracteerd op een borrel terwijl de kinderen een snede peperkoek kregen.

De plechtige communie

De meisjes droegen de kleren van oudere zus of die ze van familieleden of mensen uit de buurt
kregen of leenden.Deze kleren bestonden uit een pelderin (een manteltje over de schouders met lintjes vastgebonden),een lange zwarte voorschoot, een mutske aan elkaar geknoopt met strikjes, en (lompe) schoenen.
De jongens droegen ook geleende kleren: een lange zwarte broek, een petje, een wit hemd met strikje en schoenen.
Na de mis gingen de communiekanten bij eerwaarde heer pastoor een tas koffie drinken met stellekens (gebak).
Na het lof in de namiddag gingen ze weer naar de pastorie en dan kregen ze een kappertje.. bier!
De doopbelofte werd afgelegd door de eerste van de klas bij de jongens en bij de meisjes.

Maat

Een jongen of meisje naast wie men zat in de kerk bij de plechtige communie werd " maat " genoemd.Hier ging men een veertien dagen na het feest naartoe om te spelen en zo bleven ze wel drie en soms meer jaren bevriend.

Vormsel

Om de drie jaren kwam de Bisschop Van Luik in Hamont de kinderen vormen.De straten in de stad waren versierd.Men ging vanuit de andere parochies van het decenaat (Neerpelt,Achel,Lille,...) te voet naar Hamont.Een vooraanstaande uit iedere parochie tracteeerde de vormelingen bij de terugkomst in de parochie.

Huwelijk

De trouwers tracteerden aan huis de buurt op een fles jenever.Zulke fles kostte 40 centiem.
De gebuur werd voor de trouwdag uitgenodigd om een borrel te komen drinken.Na de mis op de trouwdag zelf ging men direct naar huis.'s Avonds werd er met de kaarten gespeeld.

De kerkgang

Zes weken na de geboorte ging de jonge moeder tijdens de week naar de vroegmis haar kerkgang doen. Ze ging dan achter in de kerk zitten.Na de mis werd ze aangesproken door de pastoor en na een gebed werd ze uitgennodigd de pastoor te volgen naar het altaar voor in de kerk.Hier werden nog gebeden gelezen en offerde de moeder een bijdrage.Zo werd ze gezuiverd na de bevalling.

Kermis

Er was éénmaal per jaar kermis in de zomer.Op de kermis stond de paardjesmolen:een paard trok werkelijk de molen. Er was de schietkraam, en de bekende draaikraam met het rad dat op een prijs bleef stilstaan : meestal huisgerief.
De kermisdagen waren één van de weinige dagen dat er vlaai op tafel kwam, o.a. gebakken
muizenvlaai (gedroogde peren) en de wortelenvlaai.

Spelen

'Avonds in de week of op zondag werd er door de vrouwen, maar vooral door de mannen, gekaart in de wintermaanden.
Beugelen: Gespeeld door de mannen op een rechthoekig pleintje (4m bij 7m) met planken afgemaakt op het erf van een boerderij. Het spel werd gespeeld met twee of met vier man. Ieder kreeg een slager (plank met handvat) in de hand en een ronde houten bal met de grootte van een kegelbal.Om beurten moest men de bal over de grond slaan. Als men door de ijzeren ring sloeg kreeg men drie punten.

Geneesmiddelen

Natuurlijk puur natuur.
Bij verkoudheid werd bruin papier op de borst gelegd onder de pon (nachtkleed).Het papier werd ingesmeerd met kaarsenvet en notenmuskaat.
Bij onstekingen, of zweren , werden de wortels van witte lelies met zwart brood gekookt.De gekookte pap legde men op een doekje op de zweer.Om de zweren te doen openbreken gebruikte men de bladeren van vetplanten.
Koorts deed men dalen door bruinzeep in de kousen en de klompen te doen.
Bij brandwonden legde men bloem op de wonden.

Harrie Stienaers