Twee bestuursleden van onze heemkundekring stonden mee aan de wieg van het volleyballeven in Achel. Dat waren Harrie Stienaers en Johan Scheepers. Onze voorzitter Harrie Stienaers haalt herinneringen op van ASTAVOC en bestuurslid Johan Scheepers van VOCADO. Beide verenigingen waren de pioniers van het volleybal in Achel en werden later één grote club: AVOC-ACHEL.
ASTAVOC (Achel-Statie Volleybalclub)
Bij de oprichting van de parochie Achel-Statie in 1950, werd één van de quarantaine stallingen (“De Stel”) ingericht als noodkerk. De andere gebouwen werden ingericht als parochiaal centrum met o.a. de parochiezaal, klaslokalen, chirolokaal, lokalen voor parochiale verenigingen, zelfs een gedeelte als gemeentewerf en in een andere stal vestigde zich een textielbedrijf.
“De ingesloten groene ruimte op deze historische site, zou een ideale plek zijn voor de jeugd van Achel-Statie om een recreatieve sport te beoefenen”, zo dacht kruisheerpastoor Cor Huygens. De chiro van Achel-Statie, die sinds 1952 ook in “De Stel” gehuisvest was, werd bij gebrek aan leiding, maar ook omdat men in Achel-Dorp in 1959 met chirojeugd startte, door pastoor Huygens ontbonden.
Ter vervanging van de chiro, werd onder zijn leiding in 1960 de volleybalclub Astavoc opgericht. Volleybal was in onze dorpen in Noord-Limburg nog niet zo bekend, mede hierdoor ook minder beoefend. Maar in het college van de kruisheren in Maaseik, werd deze sport al beoefend en de fraterkruisheren in Achel richtten een clubje op onder de naam “Fravoc”. Ze speelden toen recreatievolleybal. Omdat ze niet over voldoende spelers beschikten, werd er beroep gedaan op enkele afgestudeerde studenten met onder meer: Johan Scheepers, Harrie Stienaers en Jan Stevens.
Bij de oprichting van Astavoc kreeg pastoor Huygens medewerking van Jacky Jans en Harrie Stienaers die in hun studententijd deze sport beoefenden, respectievelijk in Maaseik en de normaalschool in Bokrijk.
Pastoor Huygens werd de eerste sponsor. Hij reed naar Heerlen met zijn aftands volkswagentje om volleybalnetten en ballen te kopen. Op de terugweg brak een felle onweersbui los en één van zijn mede-inzittenden kreeg plots natte voeten. Hij maakte de pastoor hierop attent waarop deze laconiek antwoordde: «Harrie, leg die plavei terug op het gat onder de mat en dan is het probleem opgelost.» In Valkenswaard, bij Martien Verdonck, werden de blauwe truitjes en kousen gekocht en bij de gebroeders Lauwers in Achel werden de ijzeren palen gemaakt.
Onder de statige linden- en beukenbomen werd het volleybalterrein aangelegd in rode gravel. Om het gravel te nivelleren en plat te walsen, werd bij boer Driek Plas “de wel” geleend. Met man en macht, werd door de eerste enthousiaste leden van de club het terrein aangelegd. Zelfs één van hen annuleerde een reis naar Zwitserland om het terrein in orde te brengen. Het gebouwtje dat vroeger dienst deed als kantoor voor veearts en personeel, werd ingericht als secretariaat.
Op het terrein, gelegen in een prachtig historisch kader van groen en rust, startte volleybalclub Astavoc met een herenzestal in blauw en witte uitrusting: Jacky Jans, Harrie Stienaers, Adriaan Donckers, Mathieu Theunissen Guido Jans en Eduard Davids. Zij gaven het goede voorbeeld want kort daarop beoefenden ook enkele dames deze sport. Bij hen bleef het bij trainen en onderling matchen spelen. Onder de leiding van Jacky Jans en Harrie Stienaers werd er getraind en echte wedstrijden georganiseerd.
Op de stichtingsvergadering in 1960 benadrukte Jacky Jans, dat het na te streven doel niet het bereiken van schitterende resultaten zou zijn, maar wel het bezorgen van een gezonde ontspanningsmogelijkheid, aan hen die daarvoor anders geen gelegenheid hadden. Dat was ook de mening van pastoor Huygens. Het was een parochiale vereniging met als doel: “de jeugd van Achel-Statie op een sportieve maar zinnige manier bezighouden”.
De heren speelden ook niet in competitieverband bij gebrek aan voldoende ploegen in de buurt, omdat deze sport nog niet zo bekend was. Zij speelden tegen de douanen uit Nederland (Schaft) en Davoc (douane Achel Volleybalclub) en enkele ploegen uit de omgeving zoals Vocado (Achel-Dorp), Fravoc (fraters-kruisheren), Grote Brogel, Heusden… Het was dus een zuiver recreatieve sport.
Omdat in Achel twee volleybalverenigingen niet leefbaar waren, fusioneerden in 1962 de twee verenigingen Astavoc en Vocado. Astavoc werd opgeheven en enkele spelers sloten aan bij Vocado, dat nadien startte onder de nieuwe naam AVOC in Achel-Dorp. De site “De Stel” verloor ook zijn functie als parochiaal centrum, mede door de bouw van de nieuwe kerk, de parochiezaal (Sint-Odilialaan) en nieuwe klaslokalen in de Berkenstraat.
Harrie Stienaers
VOCADO (Volleybalclub Achel-Dorp)
Wij schrijven het jaar 1960.
Het is juni en vakantie voor de studenten die dat jaar afstudeerden op het middelbaar. Persoonlijke contacten zorgen voor uitnodigingen om te sporten, ook voor het volleybal. In Noord-Limburg is volleybal praktisch onbekend. Studenten uit meerdere colleges en internaten vinden elkaar en voor hen is volleybal wel bekend geraakt via de school van het kruisherencollege van Maaseik. Een dertigtal Achelse jongens gingen er studeren en werden besmet door het “volleybalvirus”. Het waren geen kampioenen maar ze kenden iets van de spelregels en de techniek.
In Achel-Dorp vond een groep jongens elkaar in allerlei volleybaltornooien waarin ze als groep zonder naam en structuur werden uitgenodigd. Deelnemen was belangrijker dan winnen. Zo speelden wij op een zondagvoormiddag - eind juni - aan de staatsschool in Overpelt. Daarna gingen we de kunstwerken van de meisjes van Mater Dei in Overpelt bewonderen, na het drinken van een pintje bij Puts aan de Dommel. Ons groepje bestond uit: Frans Winters, François Noten, Sylvain Willekens, Guido Vanherck, Guido en Johan Scheepers.
Blijkbaar was de gemeente aan “De Stel” in Achel-Statie bezig met de aanleg van een echt volleybalterrein. Bij de inhuldiging ervan in september 1960 werden “de jongens van het dorp” ook uitgenodigd voor een tornooi. Er was intussen toch al meer animo voor het volleybal ontstaan want de foto’s bewijzen dat er zelfs een echt bestuur was. Dit was heel zeker op initiatief van Harrie Van Otterdijk tot stand gekomen, want hij was ooit ondergedompeld in de volleybalwereld van het kruisherencollege van Maaseik. Harrie studeerde er van 1953 tot 1959 als intern.
Hij vond - op de foto te zien - prior Simon Aerts van de kruisheren in Achel en Bartel Follon bereid om de verantwoordelijkheid op te nemen en toen is zeker de naam VOCADO (Volleybalclub Achel Dorp) geboren.
Achel-Statie had immers al een ploeg en zelfs een naam: ASTAVOC.
Wij werden al vlug internationaal bekend en werden uitgenodigd door de Nederlandse douanen die aan een cafeetje op de Klein Schaft een terrein hadden gemaakt. Wij trokken er naar toe met twee ploegen en één ploeg (de goei!) won het tornooi, terwijl de andere het laatste eindigde maar toch ook een beker als troostprijs kreeg. Dat werd toen ook al gevierd!Ook herinner ik mij dat er meermaals een grote Amerikaanse slee aan “De Stel” tot stilstand kwam. Er stapten zes (of meer) “commiezen” uit die zich omkleedden en een matchke volleybal kwamen spelen op het nieuwe terrein; zogezegd om fit te blijven! Op woensdagmiddag gingen enkele onderwijzers het tiental fraters bij de kruisheren aanvullen om twee volwaardige ploegen te hebben. In de mooie natuur en op een verhard stuk grasland werd een net gespannen en hup: alweer volleybal in zijn prilste vorm. Maar denk eraan: die fraters hadden allemaal het college van Maaseik “meegemaakt” en waren halve profs…in het volleybal. Het is nog altijd 1960.
Mijn voorliefde ging echter uit naar het voetbal en Achel VV. Op een zondagvoormiddag hoorde ik het bericht dat AVOC was ontstaan door de verstandige samensmelting van ASTAVOC en VOCADO. Sindsdien is Achel ondenkbaar zonder AVOC.
In de speeltuin van De Koekoek kwam een geplaveid veld en er kwam een dames(meisjes)ploeg bij. Het volleybalseizoen begon toen nog met een openluchtmis, opgedragen door prior Aerts.
Het is lang geleden, maar van 50 jaar volleybal in Achel ben ik toch wel wat geschrokken: “Tjuu, we weiren (zien) aawd”. Er zitten wel enkele mensen in het AVOC-milieu die door en door besmet zijn en een standbeeld verdienen. Ik hoop dat ze niet vergeten worden…
Johan Scheepers