Tocht van Meersel-Dreef naar Achel in 1846
In 1838 deed de abdij van Westmalle een tweede stichting in het oude Capucijnenklooster te Meersel-Dreef. De omstandigheden waren daar echter niet gunstig voor een verdere uitbreiding van het klooster. Daarom werd uitgezien naar een geschikter plaats. En dat zou in Achel kunnen zijn, war een klooster, eertijds bewoond door de Eremieten, en bijhorende gronden te koop zouden zijn. De eigendom was van Barones Tuyll van Serooskerken uit Heeze (NL).
De Abt van Westmalle en de Prior van het klooster Meersel-Dreef gingen in oktober 1844 op verkenning te Achel. Ze kwamen terug met een gunstig rapport. De aankoop werd voorbereid.
Na lange onderhandelingen werd de officiƫle aankoop gedaan van Barones Tuyll van Serooskerken van de oude hermitage te Achel en 25 hectaren gronden onder Leende of in totaal 96 hectaren, volgens de akte van 9 april 1845, voor de prijs van 20.250 Nederlandse gulden.
Eens in bezit hiervan oordeelde men de bestaande gebouwen onmiddellijk dienstig te maken voor religieuzen. Men wilde zo spoedig mogelijk verhuizen van Meersel naar Achel.
De verhuis werd vastgelegd op 19 maart 1846 na 's morgens een laatste H. Mis en een afscheid aan de bevolking. De inwoners van Meersel waren niet gelukkig met het verrek van de moniken.
Het weer was guur. Met zes gesloten rijtuigen vertrok de karavaan met 12 paters, 11 broeders en 3 novicen, meevoerend 3 overledenen: totaal 29 .
Men ging die dag over Merksplas tot in Arendonk, waar de overnachting was voorzien bij pastoor Pelgrims en enkele bewoners.
's Anderendaagsna een H. Mis trok men verder. Tegen de middag bereikte men Lommel. Pastoor Van Moorsel en enkele geestelijkenwachten hen op. Na een kort oponthoud ging men verder.
Het weer was nog zeer ongunstig.Enkele uren later bereikte men Achel. De torenklokken werden geluid. De inwoners knielden bij de doortocht van de karavaan. In de dorpskerk werd gezamenlijk het Lof opgedragen door deken Meeusen, Pastoor Kuypers, Kapelaan Kerkhofs en de Pastoors van de omliggende parochies en parochianen.
Daarna ging men in stoet naar de Kluis langs de Tongelreep werd samen met de Coristen van Achel de litanie van O.L.Vrouw gezongen, voor de kloosterpoort psalm 121 en bij de intrede psalm "Miserere". Eenmaal in de kloosterkerk volgde een uitbundig " Te Deum" en een pontificale H. Mis. De Priorij te Achel was gesticht.
De Heemkundekring Achel herdenkt in 1996 met dit bronzen monument met de vrijwillige steun van haar 400 leden, de aankomst van de vermoeide moniken in 1846, toen 150 jaren geleden.
In 1871 werd de priorij verheven tot Abdij.
In 1935 werd een nieuw wapenschild aangenomen met de wapenspreuk "Super rivos aquarium" "Op de oevers van de beken" ! De abdij heeft nu nog steeds hetzelfde wapenschild.
De enigste abdij van Limburg ligt in Achel. De bevolking Achel draagt door de generaties heen een bijzondere stempel van deze aanwezigheid:een soort stigma als het ware.
De plaatsing van dit monument is een spontane uiting van dankbaarheid van de bevolking: een bijzondere getuigenis.
De Achelse Kluis vivat, crescat,floreat.
Bartel Follon